Vroege therapeutische effecten van statines en fibraten op onstabiele atherosclerotische plaques

Het scheuren van onstabiele atherosclerotische plaques is het onderliggende pathofysiologische mechanisme van acute coronaire syndromen en dus ook van perioperatieve myocardischemie. Het is aangetoond dat lipidenverlagende geneesmiddelen zoals statines en fibraten de uitkomsten van patiënten met atherosclerose verbeteren. Dit wordt niet alleen gemedieerd door hun therapeutische werking op het vetmetabolisme, maar berust ook op een groot aantal pleiotrope effecten van deze stoffen. Een van de meest interessante van deze effecten is de stabilisatie van atherosclerotische plaques.

Om deze effecten in een perioperatieve setting te onderzoeken, zullen patiënten worden gerekruteerd die een trombo-endarteriëctomie van de halsslagader hebben gepland. Ze zullen gerandomiseerd worden om ofwel atorvastatine 10 mg/d, gemfibrozil 1200 mg/d of placebo te krijgen gedurende twee weken preoperatief. Specimens van halsslagaderplaques zullen intraoperatief worden verkregen. Na microscopische karakterisering van plaques, zullen DNA-microarray analyses uitgevoerd worden om inzicht te verwerven in de transcriptionele regulatie en expressieprofielen van verschillende types atherosclerotische plaques onder verschillende farmacologische omstandigheden (stabiel of instabiel met statine/fibraat/placebo).