D2-dopaminereceptor op humaan aldosteronproducerend adenoom en zijn rol in aldosteronsecretie en celproliferatie

Dopamine (DA) is een van de belangrijkste catecholamines bij zoogdieren. Zijn belangrijke rol als neurotransmitter in de hersenen is algemeen bekend, evenals zijn bijdrage aan de ontwikkeling van pathologieën, voornamelijk arteriële hypertensie. Traditioneel worden dopamine-receptoren verdeeld in twee families op basis van de stimulatie of remming die ze kunnen produceren op het niveau van adenylcyclase. Er zijn vijf dopaminereceptoren geïdentificeerd: D1 (D1a) en D5 (D1b) komen voor in de D1-familie. D2s, D2l, D3 en D4 behoren tot de D2-familie. Vroeger werd aangenomen dat minder dan 1% van de patiënten met hypertensie primair hyperaldosteronisme had; recente studies hebben echter gesuggereerd dat primair aldosteronisme 5-13% van de patiënten met hypertensie treft en dat aldosteronoma's een vaker voorkomende oorzaak van hypertensie zijn dan eerder werd gedacht. Minstens 2% van de patiënten met hypertensie kan een aldosteronoom hebben. De eerdere klinische observatie van de onderzoekers vond twee subtypes van aldosteronproducerend adenoom (APA), die werden gedefinieerd op basis van hun reacties op metoclopramide tijdens zoutmanipulatie. Op een zoutrijk dieet (HS) hadden de niet-onderdrukbare proefpersonen, met minder dopaminerge remming van de aldosteronsecretie, minder DA-excretie in de urine en een grotere bloeddruk (BP) verhoging [Wu KD et al. 2002]. Uit de recente studie van de onderzoekers bij zes patiënten met een APA bleek dat de expressie van de D2-receptor in APA niet universeel was. De hoeveelheden D2-receptorboodschapperribonucleïnezuur (mRNA) waren meer variabel in APA of hun overgebleven bijnieren. Slechts twee gevallen van APA brachten de D2-receptoren tot expressie met veel zwakkere signalen in vergelijking met die in hun respectieve resterende bijnieren [Wu KD et al. 2001]. Het huidige werk van de onderzoekers toont aan dat de D2-receptor AII-gestimuleerde aldosteronsecretie en aldosteronsynthase-mRNA-expressie in NCI-H295R-cellen negatief reguleert. Aan de andere kant gaat de D4-receptor de werking van de D2-receptor tegen. In een toekomstige studie willen de onderzoekers de mRNA- en eiwitexpressie van de D2- en D4-receptor in APA en hun resterende bijnieren kwantificeren en correleren met hun klinische metoclopramide-testresultaten. De onderzoekers willen ook weten of het verschil tussen de D2- en D4-receptorexpressie de verschillende effecten van dopamineremming op AII-gestimuleerde aldosteronsecretie en aldosteronsynthasetranscriptie weerspiegelt. Ten slotte zullen de onderzoekers de rol van D2- en D4-receptoren op AII-gestimuleerde bijniercelproliferatie onderzoeken.