Een gerandomiseerde, gecontroleerde studie om arts-patiëntbespreking van screening op prostaatkanker te bevorderen

Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Het is ook de tweede belangrijkste doodsoorzaak bij mannen door kanker. Er zijn twee screeningstests beschikbaar om prostaatkanker vroegtijdig op te sporen: het digitaal rectaal onderzoek (DRE) en de prostaatspecifiek antigeen (PSA) bloedtest. Helaas weten artsen niet zeker of deze twee screeningtests al dan niet levens helpen redden, en er is veel controverse over het gebruik ervan. Onlangs heeft een grote overheidscommissie (de U.S. Preventive Services Task Force) aanbevolen dat artsen de risico's en potentiële voordelen van screening op prostaatkanker met hun patiënten bespreken en patiënten hun eigen beslissing laten nemen.

Vanwege de controverses bespreken veel artsen prostaatkanker momenteel niet met hun patiënten. Het probleem is dat het tijd en moeite kost om deze discussies te voeren en dat de informatie ingewikkeld is. Veel patiënten hebben moeite om het te begrijpen, vooral als ze een beperkte opleiding hebben of moeite hebben met lezen. Wanneer patiënten moeite hebben met het verkrijgen, begrijpen en handelen naar basisinformatie over gezondheid, spreken we van 'lage gezondheidsvaardigheden'. Andere onderzoekers hebben aangetoond dat patiënten met een lage gezondheidsvaardigheden minder weten over kankerscreening en minder snel worden gescreend op verschillende vormen van kanker. Ze hebben ook de neiging om verlegen te zijn over het bespreken van dingen met hun dokter, en gaan vaak akkoord met wat de dokter zegt, in plaats van een actieve rol te spelen in de besluitvorming.

In 2003 hebben we onder goedkeuring van de IRB een onderzoek uitgevoerd met 2 doelen: 1) patiënten aanmoedigen om met hun arts te praten over screening op prostaatkanker, en 2) meer te weten komen over de impact van lage gezondheidsvaardigheden op deze gesprekken. Om de conversatie te bevorderen, gebruikten we twee hand-outs die aan patiënten in de wachtkamer werden gegeven voordat ze naar de dokter gingen. De eerste was een voorlichtingsfolder voor patiënten over screening op prostaatkanker, geschreven in zeer eenvoudige bewoordingen met handige illustraties. De tweede was een hand-out die patiënten simpelweg aanmoedigde om met hun arts over prostaatkanker te praten. Patiënten kregen een van de twee hand-outs, of een voedings-hand-out die als controle diende. Na het bezoek aan de arts heeft een onderzoeksassistent de patiënt kort geïnterviewd om na te gaan of screening op prostaatkanker aan de orde was. We hebben ook de gezondheidsvaardigheden van de patiënten gemeten en een paar andere vragen gesteld over hun beslissing om zich te laten screenen op prostaatkanker.