TSH en AMH bij onvruchtbare vrouwen

Onvruchtbaarheid wordt gedefinieerd als het onvermogen van een paar om zwanger te worden gedurende een gemiddelde periode van een jaar (bij vrouwen onder de 35 jaar) of 6 maanden (bij vrouwen boven de 35 jaar) van onbeschermde geslachtsgemeenschap. Onvruchtbaarheid kan te wijten zijn aan vrouwelijke, mannelijke redenen of beide. Het kan primair of secundair zijn.

Schildklierdisfunctie en auto-immune thyroïditis zijn bekende ongunstige risicofactoren voor zowel zwangerschap als vruchtbaarheid, ongeacht de aanwezigheid van ziekte bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Met name vrouwen met hypothyreoïdie lopen een verhoogd risico op menstruatiestoornissen en onvruchtbaarheid vanwege een veranderd perifeer oestrogeenmetabolisme, hyperprolactinemie en abnormale afgifte van gonadotropine-releasing hormoon.

De prevalentie van subklinische hypothyreoïdie, gekenmerkt door afwijkende hoge serumspiegels van schildklierstimulerend hormoon (TSH) met normale vrije thyroxinespiegels (FT4), bij onvruchtbare vrouwen is naar verluidt ongeveer 20% en is een primaire oorzaak van subfertiliteit.

Inderdaad, de gemiddelde TSH-waarden bij onvruchtbare vrouwen waren naar verluidt hoger dan die bij normaal vruchtbare vrouwen. En verhoogde serum-TSH-spiegels werden geassocieerd met verminderde ovariële reserve bij onvruchtbare patiënten. Bovendien, hoewel levothyroxine-substitutietherapie voor subklinische hypothyreoïdie bij onvruchtbare patiënten discutabel blijft, kan suppletie met thyroxine de vruchtbaarheid tot een succesvolle zwangerschap verbeteren.

Deze gegevens suggereren dat hypothyreoïdie sterk gecorreleerd is met onvruchtbaarheid (Velkeniers et al., 2013).

Aan de andere kant neemt de vrouwelijke vruchtbaarheid af met toenemende leeftijd, voornamelijk vanwege een verminderde ovariële functie. Anti-mulleriaanse hormoon (AMH) is een dimeer glycoproteïne dat behoort tot de transformerende groeifactor-bèta (TGF-B) superfamilie, die inwerkt op weefselgroei en -differentiatie. Het wordt geproduceerd door de granulosacellen van pre-antrale en kleine antrale follikels. Eierstokonderzoek na ovariëctomie toonde aan dat serum-AMH-spiegels nauw verband hielden met het aantal primordiale follikels; daarom is AMH een geschikte biomarker van de eierstokleeftijd bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd.

Naar verwachting kan de ovariële functie worden beïnvloed door een verminderde schildklierfunctie, hoewel dit verband niet is opgehelderd. In deze studie zullen we de relatie tussen de schildklierfunctie en AMH-waarden evalueren door ze te vergelijken bij onvruchtbare patiënten en gezonde vruchtbare vrouwen.